Column: “Hallo met wie?” Datum March 9, 2021

Sinds kort is Deventer Doet gestart met Deventer Belt. Een initiatief geboren uit de tijd waarin we ons nu bevinden. Het afgelopen jaar hebben we gemerkt dat het vinden van vrijwilligers voor dit soort werkzaamheden eigenlijk helemaal geen probleem is. Veel mensen zijn nog steeds bereid om iets voor een ander te betekenen in een tijd van crisis. Gelukkig maar. Al heb ik daar nooit aan getwijfeld. Ik merk wel om mij heen dat niet alles meer zo vanzelfsprekend is. 

Als ik me inbeeld boven de stad te hangen in een luchtballon dan zie ik rijen mensen met mondkapjes voor de deur te wachten op hun bestelde boodschappen via click & collect. Lege terrassen en volle parken. Auto’s die een teststraat inrijden en er ook weer uitrijden. Lege stadions waar 22 voetballers er het beste van maken. ’s Avonds is het rustig op straat. Overdag staan de snelwegen weer vol met auto’s. De bossen zijn in de weekenden overvol. Het lijkt dan of de 1,5 meter vergeten is. Na 1 jaar thuiswerken, geen buitensporten, geen biertje op het terras en de avondklok, om maar wat te noemen, heeft iedereen behoefte aan wat lucht, wat ruimte. Begrijpelijk. 

Ook begrijpelijk is dat de verkiezingen dit jaar in het teken zullen staan van, ja wat eigenlijk? De fragmentering hakt er behoorlijk in. Ook in de politiek is de vanzelfsprekendheid verdwenen. De matheid en verloedering die je ziet in de samenleving is misschien wel het beste terug te vinden bij sommige partijen die menen het volk te moeten vertegenwoordigen. Zij proberen een politiek slaatje te slaan met twijfelachtig populistisch gebazel. “Kies je vrijheid terug”, wat een waanzin. We behoren gelukkig tot een land waar je vrij mag spreken, vrij bent van keuze waarin je wilt geloven of wie je wilt liefhebben, vrij om te gaan en staan waar je wilt. En de beperkingen zijn tijdelijk, al duren ze nu al ruim een jaar. Daar komen we wel overheen. 

Meer moeite daarmee hebben veel ondernemers met name in de horeca. Die verdienen onze steun. Zodra de terrassen opengaan laten we dat merken, en hoe! Trouwens wie ook onze steun verdienen zijn al die mensen die je niet hoort maar waarvan bekend is dat ze het zwaar hebben. Ik heb het dan over de eenzame ouderen maar met name ook jongeren die het thuiszitten en online studeren meer dan beu zijn.

Voor de zomer is er in Deventer een coalitie “Een tegen eenzaamheid”. De voorbereidingen zijn in volle gang. Hoognodig ook. Nog niet zolang geleden was het vanzelfsprekend dat je je buren geen goedendag zei. Nog niet zolang geleden wisten wij niet van het bestaan van die mevrouw 3 hoog, met haar twee katten, en verder alleen. Nog niet zolang geleden dacht je er niet bij na om boodschappen te doen voor iemand die dat zelf niet kon doen. Die vanzelfsprekendheden lijken langzaam te verdwijnen. 

Dat is de dan ook de positieve keerzijde van Corona gebleken. We zijn meer op elkaar gaan letten. Tijdens de eerste golf trouwens iets meer dan nu. Maar we letten tenminste weer op elkaar en we zijn bereid om iets voor een ander te betekenen. Vooral als je persoonlijk gevraagd wordt. De andere kant is ook waar. Er zijn nog steeds mensen die wel hulp kunnen gebruiken maar dat niet gauw zullen vragen, we noemen dat ook wel vraagverlegenheid.

Aan het begin van deze column had ik het over Deventer Belt. Ook daar komen wij die vraagverlegenheid tegen. Soms vertellen mensen dat ook, de moeite die ze hadden om te zeggen dat ze het best wel een leuk idee vinden om regelmatig gebeld te worden. “Ik zat er zo tegenaan te hikken, zal ik wel zal ik niet. Ik dacht ik red me wel. Waarom zou iemand mij moeten bellen? Al die onzin. Het heeft zeker een tijdje geduurd voordat ik überhaupt naar een organisatie durfde te bellen. Uiteindelijk heb ik me opgegeven bij jullie, Deventer Belt. Ik kan je zeggen dat ik er geen spijt van heb. In deze tijd is het een verademing met iemand te spreken over hele andere dingen. Heel fijn”, aldus iemand die een van mijn collega’s dit verhaal vertelde. Grappig om te zeggen is dat degene die wij zouden bellen wist wie zou bellen en hoe laat. De eerste woorden waren: “Hallo, met wie?” Het gesprek eindigde met de woorden: “Graag. Tot volgende week!”

Rob de Jong