Column: Rondje Deventer Datum June 14, 2019

Regelmatig loop ik een rondje door Deventer.  Als ik pauze heb of in het weekend. Ik vind dat lekker, beetje ontspanning en de stad leent zich er uitstekend voor. Deventer is een prachtige stad en er gebeurt veel. De komende zomer hebben we weer Deventer op Stelten, waar de gemiddelde Deventenaar laconiek op kan reageren ‘Dat hajjk noe wel esîn’ maar toch altijd nieuwsgierig blijft naar dit, inmiddels traditie geworden, schitterende en spraakmakende evenement.  

Eigenlijk is er in de zomer van alles te doen, in de wijken, de dorpen en in de stad. Van kunstroutes tot boekenmarkt en van een beachvolleybaltoernooi tot de kindervakantiekampen. Veel van die activiteiten draaien puur op de inzet van vrijwilligers. En gelukkig kent Deventer heel veel vrijwilligers die zich willen inzetten voor de goede zaak. Als directeur van de Vrijwilligerscentrale Deventer komt ik nogal eens vrijwilligers tegen, vaak ook omdat ik zelf veel vrijwilligerswerk doe. Maar ook bijvoorbeeld onderweg of tijdens mijn rondje Deventer. Soms is het even zwaaien en soms is er tijd voor een praatje. 

Zo laatst ook toe iemand mij wenkte met wilde armgebaren. “Ik ga stoppen met mijn vrijwilligerswerk”, riep de man, voor het gemak noem ik ‘m Gerrit, nog voordat ik voor ‘m stond. Ik raakte met ‘m in gesprek over het hoe en waarom. “Er kan nooit een bedankje af”, kwam het hoge woord er uit. Ik zei Gerrit dat hij met de vereniging in gesprek moet gaan en zeggen waar het op staat. En als dat niet lukte dan kon hij mij bellen om verder te kijken naar een oplossing. Ik liep verder en bedacht mij onderweg dat er meer situaties zijn zoals die van Gerrit. Wel vrijwilligerswerk doen maar geen of onvoldoende waardering krijgen. In de meeste gevallen is het geen onwil maar wordt er wel gemakkelijk aan voorbij gegaan. Waardering is in het vrijwilligerswerk misschien wel het belangrijkste instrument om in te zetten om je vrijwilligers te binden aan de vereniging. Vrijwilligers het gevoel te geven dat ze belangrijk voor jou zijn. 

Maar nog te vaak wordt er van vanzelfsprekendheden uitgegaan. Een paar weken later kwam ik Gerrit weer tegen en vroeg hem of hij nog met de vereniging had gesproken. Hij lachte en zei dat ‘alles’ was opgelost. En daarmee bedoelde hij dat er een goed gesprek was geweest met een vertegenwoordiging van het bestuur. Ook andere vrijwilligers werden daarbij betrokken. Het bestuur beloofde beleid te maken van ‘waardering’. ‘En het gaat mij echt niet om dat kerstpakket’, had Gerrit nog gezegd. En dat geloofde ik graag. De allermooiste vorm van waardering is toch de persoonlijke waardering, het schouderklopje, echte aandacht. Investeren in een vrijwilliger is uiteindelijk investeren in je vereniging. 

Dat geldt eigenlijk voor alles. Wat je aandacht geeft zal groeien. 
Maar te vaak regeert de waan van de dag. In een tijd waarin de samenleving allerlei veranderingen door maakt en waar veel wordt gevraagd van vrijwilligers mag er ook weleens gegeven worden. Aandacht en waardering. En die lijn kun je doortrekken naar beleidmakers voor het vrijwilligerswerk.

Gerrit had er goed aan gedaan om zijn ongenoegen met het bestuur te bespreken. Dat is vaak de beste en snelste weg om te komen tot een oplossing.  Soms verdwijnen vrijwilligers zonder dat je als bestuur weet waarom. Misschien iets om over na te denken?

Rob de Jong
Deventer