Column: De klus van Peter Datum April 6, 2017

Laatst zat ik in een vergadering over hulp in de wijk. Aanwezig waren enkele buurtbewoners, iemand uit een sociaal team en ondergetekende. Ik ga u niet vermoeien met de in en outs van deze vergadering. Uiteindelijk gaat het toch om het resultaat van al die bedenksels, plannenmakerij en planningen. Wat ik u niet wil onthouden is het volgende. Op een gegeven moment ging het gesprek over ‘wat er al aan hulp is  in de wijk’. Dat bleek best veel te zijn. En allemaal vrijwilligers die bereid zijn hun buren te helpen met het hondje uitlaten, de tuin op te knappen of andere ondersteuning die je als goede buur voor elkaar doet. Hoewel dat tegenwoordig nog steeds vaker uitzondering is  dan regel. 
 
Er werden wat voorbeelden uitgewisseld totdat Peter het woord nam en vrij achteloos begon te vertellen over een ervaring die hij de afgelopen maand had: ’Ik kwam bij een ouder echtpaar nu zo’n 3 weken geleden’, zo begon hij. ‘Mevrouw kon niet slapen omdat ze bang was dat haar man van de trap zal vallen’. Dat vroeg om een nadere uitleg. ‘De man is sinds een jaar licht dementerend. Hij heeft de neiging om ’s nachts wat rond te lopen. Hij wakker, zijn vrouw ook wakker. Als je namelijk de slaapkamer uitloopt kom je in een klein halletje. De trap naar beneden komt daar op uit en het zal je maar gebeuren’. Nog steeds vertellend alsof het alledaags werk is. Peter werd binnengevraagd en zag daar de man op de bank zitten, onderuitgezakt en kennelijk bezig met zijn middagdutje. 

Peter  ging er naast zitten en mevrouw nam plaats in een ruime fauteuil.  ‘Ik maak me zoveel zorgen over hem. Ben bang dat ik m straks definitief kwijt ben als hij naar een verpleeghuis moet’ sprak de vrouw zachtjes. Nu heeft hij nog hele heldere momenten en kan ik normale gesprekken met hem voeren. Maar met dat nachtwandelen van hem kom ik niet toe aan m’n nachtrust en dat hou ik geen weken meer vol. ‘Heeft u hier al met anderen over gesproken’ vroeg Peter. ‘Nee, ik ben veel te bang dat als ik het vertel hij hier wordt weggehaald. Dat wil ik niet’.  Peter nam nog eens een slok van zijn koffie en keek mevrouw aan: ‘U hoeft niet bang te zijn mevrouw. Volgens mij heb ik een oplossing die even simpel als doeltreffend is. Ik ga voor u een hekje timmeren bij het trapgat. Uw man kan dan in ieder geval niet van de trap vallen. Stelt dit u een beetje gerust?’ De ogen van mevrouw glinsterden en een grote glimlach verscheen op haar gezicht. De maten  van het trapgat werden opgemeten en binnen een half uur was Peter terug met het benodigde materiaal. En nog geen uur later was de klus geklaard.
 
Twee weken later kwam Peter het echtpaar tegen in de supermarkt. De vrouw herkende hem en sprak hem aan. ‘Wat een fantastische zet was dat. Het hekje doet uitstekend dienst. In het begin was het nog wat onwennig maar ik weet nu zeker dat hij niet van de trap zal vallen. Wat een opluchting. Ik slaap ook weer fatsoenlijk’. ‘Wat een simpel hekje niet kan doen’, sprak hij de vergadering toe.
 
‘Simpel hekje?, simpel hekje? ’ sprak een medebuurtbewoner. ‘Man je hebt de samenleving  € 40.000,- bespaard. Zoveel kost het namelijk als je wordt opgenomen in een verpleeghuis. Je mag wel trots zijn op jezelf dat je die mensen zo blij hebt gemaakt. Je doet er zo nuchter over’.  Ze mogen jou daar wel wat van geven.
 
Peter lachte wat, trok zijn schouders op en zei: ’Ach, het zal allemaal wel’.
 
Rob de Jong