Column Rob de Jong: De keerzijde van het zwijgen. Datum February 17, 2024

In de schaduw van de Tweede Wereldoorlog woedde een andere strijd, minder bekend maar niet minder ingrijpend: de Nederlands-Indische Onafhankelijkheidsoorlog, vaak aangeduid als de “Vergeten Oorlog”. Tussen 1945 en 1949 zette Nederland ruim 200.000 militairen in om het gezag te herstellen in de voormalige kolonie Nederlands-Indië, waarbij duizenden het leven lieten.

De laatste jaren is er veel aandacht voor die vergeten oorlog en met name de rol van de Nederlandse militairen aldaar. Zoveel jaar na dato, nu de generatie mensen, die die oorlog daadwerkelijk hebben meegemaakt,  zo goed als uitgestorven is, is de teerling geworpen en is de conclusie; het waren geen excessen nee er zijn daadwerkelijk oorlogsmisdaden gepleegd. En jawel aan beide zijden. Zowel Nederland als Indonesië maakten zich schuldig aan oorlogsmisdrijven. Alle militairen? Nee!

De militairen die naar Nederlands-Indië werden gestuurd, bevonden zich in een complexe situatie. Ze werden geconfronteerd met guerrillaoorlogvoering, hinderlagen en aanslagen door de Indonesische strijdkrachten. Hun ervaringen waren verre van eenduidig.

Velen van hen voelden zich gedwongen om hun plicht te vervullen, maar raakten verstrikt in een conflict dat steeds meedogenlozer werd. Ze werden geconfronteerd met morele dilemma’s en traumatische gebeurtenissen.

De meeste militairen gingen erheen met het idee ‘wat de Amerikanen en Canadezen kunnen, dan kunnen wij ook, bevrijder zijn’. Ze keerden getraumatiseerd of gedesillusioneerd weer huiswaarts. Geen heldenontvangst maar ontvangen als tweederangs burgers. Over de ervaringen aldaar werd niet of nauwelijks gesproken. Militairen konden weer als burger onderaan de maatschappelijke ladder beginnen. Gerepatrieerden werden in pensions gestopt en kregen te maken met een niet zo’n hartelijke ontvangst. Om je eigen eten te kunnen koken moest letterlijk en figuurlijk soms flink  worden geknokt. Geen aardappelen maar rijst wat je gewend was. Maar het kon nog erger. De Molukkers kwamen terecht in kloosters, kazernes, vakantieoorden en twee voormalige concentratiekampen Westerbork en Vught, die omgedoopt worden tot Schattenberg en Lunetten. De woonomstandigheden waren verre van ideaal  maar dat hadden ze het er wel voor over. De gedachte was immers: ‘We zitten hier tijdelijk. Binnenkort keren we terug naar ons eigen land’. De realiteit is gruwelijk anders gebleken. De Nederlandse politiek waste inderdaad haar handen in onschuld. Het was een tijd van politieke onrust, economische wederopbouw en dekolonisatie. De focus lag elders, en de verhalen van de gerepatrieerden en militairen raakten op de achtergrond.

Het perspectief van de (Euro) Indo, de slachtoffers van de kampen en de Bersiap, de militair en de Molukker is een ander perspectief dan die van de onderzoeker die de oorlog niet heeft meegemaakt. Kille cijfers en harde conclusies over de rug van mensen die het niet meer kunnen navertellen. De verhalen van de eerste generatie is maar mondjesmaat verteld. Wat ik hoorde waren andere verhalen dan die ik hoor, lees of zie. Ergens tussen de regels door lees ik ook dat slechts 20% en minder van de militairen zich schuldig zou hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden.  De meerderheid dus niet. Kan daar ook eens meer aandacht voor komen? En voor het herschrijven van onze geschiedenisboeken? Erkenning en meer begrip en respect voor de schouders waar wij nu op staan. Dat mag dan toch ook wel zo langzamerhand. En eh…misschien een (postuum) excuus aan al deze mensen.

Rob de Jong